Burgers verdeelt zijn werk in 'schilderijen' die zich als objecten voordoen
en 'objecten' die soms in eenzelfde techniek zijn gemaakt als de schilderijen,
dan wel in andere technieken (en dan soms uit ready-made delen samengesteld).
De schilderijen lijken door hun 'dikte' op objecten, maar richten zich in hun
configuratie en kleurstelling toch vooral op het vooraanzicht.
Soms ook is de figuratie geheel in het front gecentreerd. Slechts hier en daar
loopt een abstract patroon over de zijkant door. Soms is die zijkant van een
pasteuze laag voorzien, hetgeen een zekere 'lijstwerking' versterkt.
Dat maakt deze schilderij-objecten ambigu: zijn het dingen of zijn het 'platte'
configuraties? Hoe moet je ze bekijken: als 'vlak' tegen de muur of als ding
liggend op de grond (een aspect dat in de presentatie wordt uitgespeeld).
De wastechniek zorgt er daarbij ook nog voor dat de configuraties zich wat onder
een transparante ogende huid lijken te bevinden, zodat er ook in dat opzicht nog
enige dubbelzinigheid wordt toegevoegd.
En soms is er de suggestie van ronde,met kleur gevulde gaten in de massa van het
blok die toch geen gaten zijn. De was techniek is fraai en aantrekkelijk uitgevoerd.
Ik vind deze ambiguïteiten het interessantste aan het werk, maar het ene werk
in deze zin meer geslaagd dan het andere.