Aan een schildpaddenbadje in een dierenwinkel schrijft hij vooral bouwkundige kenmerken toe door het 180 graden te kantelen. Om zich dat beeld toe te eigenen is het maken van een foto niet afdoende. Door het schildpaddenbadje als mal te gebruiken voor een gipsgietsel en dat na stolling weer te kantelen kan het een model worden voor het maken van een schilderij.
Een schilderij van een torenflat vindt ook zijn oorsprong in een zogenaamd 'mat' van een industriële vaatwasser, die hij aantreft tussen afval.
Voor een site-specific werk weet hij contact te leggen met de fabrikant van dergelijke matten om een opdracht te kunnen verstrekken voor een op maat vervaardigd raster van piepschuim. Dat raster plaatst hij in een zwart geschilderde nis om er vervolgens, geholpen door drie man, een 10 mm dikke glasplaat voor te plaatsen, waar hij een transparante bruine laag op heeft aangebracht.
Voor zijn schilderijen gebruikt hij uiteenlopende technieken die het werkelijkheidsgehalte van een veelal toekomstgericht droombeeld kunnen bevorderen.
Hij actualiseerde de encaustiek - een eeuwen oude schildertechniek - door in plaats van bijenwas giethars te gebruiken voor de menging met pigmenten.